Witse wordt benaderd door een vrouw die hardnekkig beweert dat haar zoon iets ergs zal overkomen. Ze smeekt Witse om het te voorkomen. Wanneer Witse haar vraagt hoe ze dat weet, blijken ‘de kaarten’ het voorspeld te hebben. Witse wimpelt haar beleefd, maar kordaat af. Groot is zijn verrassing wanneer hij de volgende dag bij een lijk geroepen wordt. Het gaat om de zoon van de vrouw die om zijn hulp kwam vragen.